 |
|  |
 |
| Leg de draden op deze manier op je werktafel en zet ze vast. |
Neem de buitenste draad rechts en laat deze over de twee draden ernaast springen, |
en weer terug onder de dichtstbijzijnde draad, |
Leg hem neer daar neer en schuif de draden op om plaats te maken. |
|
 |
|  |
 |
| Neem de buitenste draad links en spring over twee draden, |
en terug onder een, |
leg neer en maak plaats. |
Na iedere set bewerkingen neem je de draden per twee op en beweeg je ze uit elkaar en weer terug. |
|
 |
|  |
 |
| Je kunt zien dat de vlecht dichter geworden is maar dat de draden nog in dezelfde volgorde liggen. Herhaal de twee bewerkingen tot de vlecht lang genoeg is. |
|
 |
|  |
 |
| Pak de beide uiteinden van je vlecht en draai ze tegen elkaar in, beide richtingen uit, om te kijken of je het goed gedaan hebt. |
 |
| ©Willeke 2002 |