Om de knopen netjes te verdelen wil je waarschijnlijk een werktekening maken op papier die je onder je draden op je werkblad vast speld. (Denk er aan, de meeste printerinkt is op waterbasis en geeft af als het vochtig wordt en komt dan aan je garens. Laserprinter inkt en copieermachine inkt is beter. Het beste is om watervaste stift te gebruiken, maar test iedere inkt voor je het gebruikt.)
Het makkelijkst werkt het als je een tekening op A4 formaat maakt en als je over de hele lengte knopen hebt zitten haal je de spelden los, verschuif je het werk naar het begin van de tekening en speld het weer vast.

Maak eerst een probeer stukje om na te meten hoe lang je draden moeten zijn en hoeveel je er nodig hebt. Dat hangt af van de dikte van je draden, hoe soepel het is, hoe strak je de knopen aantrekt en hoe dicht je de knopen bij elkaar legt en zo verder. Als je geen proefstukje wilt maken kun je deze reken methode volgen maar ik geef geen garanties dat de draden lang genoeg zullen zijn.
Je hebt twee lengtes draad nodig. Een is voor de zigzaggende draden, deze zijn veel langer dan je riem. Afhankelijk van hoe dicht de zigs bij de zags zitten kan het twee of drie keer de lengte van de riem zijn, plus de lengte van de franje. (Je kunt dit nameten door de draad op een tekening van de riem te leggen, de zigzags volgend, en dat vermenigvuldigen tot de lengte van de riem. Reken een beetje extra voor de krimp.)
De andere kunnen 10 tot 30 procent langer zijn dan de riem, plus de franjes. Dus voor een riem van een meter zouden de draden ongeveer 1,6 meter lang moeten zijn, dit is voor de riem en de franjes.
Als je teststukje een andere uitkomst geeft meet het nogmaals na maar geloof jouw meetwerk meer dan je mijn rekenmethode gelooft. Als met het uitmeten van het draad blijkt dat je een beetje over houdt, maak dan de draden langer, al komt het maar in de franjes.

De knoop die je nodig hebt is de cordonknoop. Ook wel de halve knoop genoemd. Versie 4 en 5 zijn waarschijnlijk de versies die je wilt gebruiken.
Speld de draden naast elkaar op je werkblad, de langere draden moeten aan het begin van de zigzag komen, en begin met het maken van de vele knopen.

Neem de buitenste draad, dit is een langere. Houdt de buitenste draad strak over de andere draden, volg daarmee de lijn waar de knopen moeten gaan komen. Pak de volgende draad op en knoop twee halve knopen, (dit is een cordon knoop,) de nieuw opgepakte draad gaat om de andere heen en laat de draad die je het laatste gepakt hebt vallen en pak de draad ernaast op. Ook met deze draad leg je de twee halve knopen om de eerste draad. Ga door tot je alle draden hebt gebuikt voor twee halve knopen.

Neem dan de andere lange draad en doe hetzelfde. De laatste knoop om deze draad wordt gemaakt met de andere lange draad.
De knopen in de draden moeten tegen elkaar aan liggen zowel vertikaal als horizontaal.

Als je van links naar rechts werkt gebruikje cordonknoop versie 4, twee halve knopen per draad en dan de volgende draad tot je aan de laatste toe bent. Dan draait de werkrichting en gebruik je versie 5 om van rechts naar links te werken.
Als je knopen niet komen waar jij ze wilt hebben kan het zijn dat je ze te ver uit elkaar laat zitten. Ze horen zo dicht tegen elkaaar aan te komen dat je de kleur van de draad eronder niet meer ziet, ik heb ze iets uit elkaar getekend om te laten zien hoe die draden lopen.
Als het werk nog steeds niet op zijn plek wilt komen kun je de werkdraad vast spelden. Dit is de langere draad waar je omheen knoopt. Volg de lijn die de draad hoort te nemen tot 10 cm buiten de riem en speld hem daar vast. Zie de zwarte lijn in de tekening hieronder. De stippellijn is voor de tweede draad.

Als je bij een draaipunt aankomt kun je de draden op je tekening vastspelden en in de andere richting verder knopen.
Zoals je in de tekening ziet liggen de draden naast elkaar en kruisen zij elkaar niet, behalve waar een knoop zit.

Ga door met volgens dit patroon te knopen tot de riem lang genoeg is. Je zou aan beide uiteinden dezelfde lengte draad over moeten hebben voor de franje. Knip de franje indien nodig maar wees voorzichtig, hij mag niet te kort worden.

Als je draad gebruikt hebt dat zelf al uitrafelt kun je een overhands knoopje in het einde leggen, een beetje lijm gebruiken of, indien het dat soort draad is, het even in een vlam houden zodat de vezels samensmelten, maar doe dat heel voorzichtig, sommige soorten draad smelten niet en sommige verbranden te goed en veroorzaken schade.

Om je riem te dragen knoop je hem oom je heupen met een platteknoop. Als je hem in de lusjes van je broek draagt denk er dan aan hem genoeg ruimte te geven dat je de broek uit kunt trekken zonder de riem los te maken.

Er zijn verschillende variaties op deze riem. De eenvoudigste versie is bijna hetzelfde als de bovenstaande, maak slechts een enkele rij knopen. Het is minder stevig maar ook minder werk.

Een andere versie gebruikt de weitas knoop.
Om te beginnen speld je de draden naast elkaar op je werkblad, het gaat bij deze versie het makkelijkst als je naar je toe werkt dus begin bovenaan het werkblad. Je kunt een rij cordonknopen maken waar ik in de tekening een zwarte lijn heb gemaakt, dit geeft een stevig begin, maar je kunt ook zonder.
Neem dan de eerste vier draden aan de rechterkant en knoop een weitasknoop. Laat de meest rechtse draad vallen en pak de volgende aan de linkerkant. Knoop weer een weitas knoop. Ga door tot alle draden gebruikt zijn en neem dan steeds een draad aan de rechterzijde op.
Houdt de knopen dicht bij elkaar en trek ze goed strak aan.
Je zult zelf moeten uitwerken hoe lang de draden moeten zijn.
Maak het einde hetzelfde als je het begin hebt gedaan. Als je je fantasie gebruikt kun je nog meer versies vinden, met twee rijen knopen die elkaar kruisen of met een mix van de weitas en de cordonknoop. Neem een papiertje en een potlood of een handje draden en ontwerp.